50 is het nieuwe 40
Eerder dit jaar schreef ik op deze plek een column over medewerkers van de toekomst: stagiairs. Ze zijn jong, leergierig, werpen een frisse blik op je organisatie en je krijgt er nog subsidie voor ook. Deze keer wil ik een lans breken voor het aannemen van juist wat oudere medewerkers.
Ondanks de aantrekkende economie en de dalende werkloosheid, is het voor veel 50-plussers nog steeds moeilijk om werk te vinden. Oudere werknemers zijn risicovoller en duur, zo denken werkgevers. Dat laatste is een misvatting. Inderdaad, een 50-plusser kost meer dan iemand die net vers uit de schoolbanken komt, maar is over het algemeen niet veel duurder dan een veertiger. Je blijft tenslotte niet eeuwig doorgroeien in salarisschalen. Bovendien biedt de overheid een mobiliteitsbonus voor het aannemen van een medewerker van 56 jaar of ouder met een uitkering. Deze subsidie kan oplopen tot wel € 7.000 per jaar, voor maximaal drie jaar.
Maar afgezien van het financiële voordeel brengen deze werknemers ook een brok ervaring mee. Ze kennen het werk en de branche en zijn dus snel productief. En ‘risicovoller’ dan jonge medewerkers? De vijftigers en zestigers van nu zitten nog lang niet achter de geraniums, maar op Facebook en Instagram. Het ‘risico’ dat ze onverwacht een vrije dag moeten opnemen, omdat hun kind ziek is en er geen oppas voorhanden is, wordt steeds kleiner. En het ‘risico’ van vier maanden zwangerschapsverlof… Op een bepaalde leeftijd weet je wat je wil en hoeft jobhoppen ook niet meer zo nodig. Er is dus een risico dat een 50-plus-medewerker tot zijn pensioen bij u blijft. Voor werknemers is 50 dus het nieuwe 40.
(Deze column verscheen in Hét Ondernemersbelang)